De Europese Literatuurprijs

‘Vertaling maakt de kostelijkste ambities van de beschaving zichtbaar in het wonder van een lied dat wordt gezongen in een andere taal, het woord dat van de ene groep mensen naar de andere wordt overgedragen. Vertaling is verandering en groei en mogelijkheid,’ aldus de Britse schrijver Max Porter (1981) in zijn door Saskia van der Lingen vertaalde dankwoord bij de aanvaarding van de Europese Literatuurprijs 2017. Samen met zijn vertaalster won hij deze prijs voor zijn debuutroman Verdriet is het ding met veren (2016). In zijn dankwoord benadrukte Porter het belang van literaire vertalingen: ‘een tekst laten werken in een andere taal, laten zingen in een nieuwe context, dat is het radicaalste en tegelijk het basaalste, het meest vruchtbare, vakkundige, bezielde en wezenlijke wat iemand kan doen’.

Porters lofzang op het vertalen moet de organisatie van de Europese Literatuurprijs als muziek in de oren hebben geklonken. Als deze in 2011 ingestelde literaire prijs namelijk iets wil bewerkstelligen, dan is het wel het openen van een venster op de rijkdom van de Europese literatuur en het benadrukken van het belang van vertalingen hierin, waardoor boeken een nieuw publiek kunnen bereiken. De prijs wordt dan ook gedeeld door schrijver (€ 10.000) en vertaler (€ 5000) en draagt daarmee bij aan de waardering voor literaire vertalers, een beroepsgroep die nog altijd onderbetaald en veelal onderbelicht in de schaduw van het literaire bedrijf werkt. De Europese Literatuurprijs onderscheidt zich van andere Nederlandse literaire prijzen doordat oorspronkelijk in het Nederlands geschreven romans niet kunnen meedingen. Alleen romans geschreven in een van de talen gesproken in landen die lid zijn van de Raad van Europa komen in aanmerking. Daarnaast dienen deze romans vertaald te zijn in het Nederlands. Vanaf het begin was het doel van de prijs om aandacht te vragen voor de literaire rijkdom en de culturele diversiteit van Europa en daarmee voor vertalingen en vertalers.

Initiatiefnemers
De Europese Literatuurprijs werd in 2011 in het leven geroepen door SPUI25, het Nederlands Letterenfonds, het weekblad De Groene Amsterdammer en Athenaeum Boekhandel. Twee fondsen, het Lira Fonds en het De Lancey & De la Hanty fonds sponsoren de prijs. Het initiatief kwam van literatuurcriticus Margot Dijkgraaf (1960). Toen Margot Dijkgraaf het plan opvatte om een Europese Literatuurprijs in het leven te roepen, had zij een concreet voorbeeld voor ogen. Dat was de Prix Cévennes du Roman Européen, een initiatief van de burgemeester van het Franse Alès-Cévennes, Francis Cabanat (1947), die tussen 2007 en 2010 werd uitgereikt aan de beste Europese roman van het afgelopen jaar. Ook de Franse prijs werd gedragen door een aantal organisaties: een netwerk van onafhankelijke boekhandelaren en het dagblad Le Monde.
Margot Dijkgraaf bracht het consortium van organisaties en financiers bij elkaar. Elke organisatie binnen het consortium vervult zijn eigen rol. In SPUI25, het academisch-cultureel centrum in Amsterdam, vinden de feestelijke presentaties van de prijs plaats, met de bekendmaking van de shortlist waarbij schrijvers en critici laudatio’s uitspreken over hun favoriet. Het secretariaat van de Europese Literatuurprijs en de ambtelijke ondersteuning, evenals een aanzienlijk deel van de publiciteit, worden verzorgd door het Nederlands Letterenfonds. Dit fonds vormt de spil van het netwerk. Het bevorderen van vertaalde literatuur in Nederland en het ondersteunen van vertalers werd juist rond 2010 een belangrijk speerpunt van het fonds. De Groene Amsterdammer levert jaarlijks een van de juryleden en verzorgt een deel van de promotie door middel van advertenties. Bovendien besteedt het blad aandacht aan de vijf romans die de jaarlijkse shortlist van de Europese Literatuurprijs halen, in de vorm van uitgebreide en veelal lovende besprekingen. Met Athenaeum Boekhandel maakt ook een van de grootste onafhankelijke boekhandels in Nederland deel uit van het consortium. Alle betrokken organisaties dienen het belang van vertaalde literatuur, waarbij een samenspel van culturele en financiële motieven een rol speelt. De Europese Literatuurprijs kan vertaalde romans onder de aandacht brengen van critici, boekhandelaren en uiteraard lezers en kopers van romans.

Foto: Remco Koers (2021)

De organisatie van de Europese Literatuurprijs
Op uitnodiging van de initiatiefnemers stellen vijftien onafhankelijke Nederlandse boekhandels jaarlijks een longlist van twintig titels op. Deze titels moeten voldoen aan een aantal criteria. Ten eerste moeten de vertaalde romans voor het eerst in de Nederlandse taal zijn verschenen in het voorgaande kalenderjaar. Ten tweede moet het boek leverbaar zijn op het moment van de bekendmaking van de longlist. De onafhankelijke boekhandels promoten de geselecteerde boeken en profileren zich op deze manier als ambassadeurs van de Europese Literatuurprijs. Uit de longlist wordt vervolgens een shortlist van vijf titels opgesteld door een jury van vijf experts: een voorzitter uit de wereld van de politiek of de literatuur, twee vertegenwoordigers van de longlistjury, een recensent van De Groene Amsterdammer en een vertaler of vertaalwetenschapper (meestal de winnende vertaler van het voorgaande jaar). De juryleden van de shortlist worden voor een jaar benoemd. Deze jury kiest aan het einde van het kalenderjaar de winnaar, die samen met de vertaler de prijs in ontvangst neemt tijdens een literair festival. Sinds 2017 is dat het literatuur- en muziekfestival Crossing Border in Den Haag. Normaal gesproken wordt er slechts één werk tot winnaar uitverkozen, maar in 2020 vierde de Europese Literatuurprijs zijn tienjarig jubileum en vond er een dubbele bekroning plaats. Naast de vakjury mocht ook een studentenjury een winnaar kiezen. De vakjury kende de prijs toe aan de roman Lente (2019) van de Britse schrijfster Ali Smith, vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer, en de studentenjury bekroonde Meer dan een broer (2019) van Franse schrijver David Diop, vertaald door Martine Woudt. Sinds de instelling van de prijs wordt in het kader daarvan, op initiatief van vertaler Nicolette Hoekmeijer en gesteund door het Nederlands Letterenfonds, de Vertalersgeluktournee georganiseerd waarin de genomineerde vertalers in boekhandels vertellen over de keuzes die zij hebben gemaakt tijdens het vertalen van ‘hun’ Europese roman; sinds 2021 deels ook online via het Vertalerskanaal van Hebban.nl. Ook de website van Athenaeum Boekhandel schenkt vanaf het begin aandacht aan de genomineerde vertalingen, enerzijds door de publicatie van een lang fragment eruit en anderzijds in de rubriek ‘Vertalers aan het woord’ waarin vertalers uitweiden over het vertalen van de eerste zin. Sinds 2020 worden ook in samenwerking met de recensiewebsite Hebban.nl interviews met en essays van de longlist-vertalers over hun genomineerde vertaling gepubliceerd, met daaraan gekoppeld online leesclubs.

Foto: Parcifal Werkman (2022

Belang van Europese Literatuurprijs
In de periode tussen 2011 en 2023 haalden 65 romans de shortlist van de Europese Literatuurprijs. Een eenvoudige telling laat zien hoe het Europa van de prijs is afgebakend. Het ging om vertaalde boeken uit het Frans (12), Duits (11), Engels (11), Italiaans (6), Noors (3), Spaans (4), Fins (2), Hongaars (3), Pools (2), Tsjechisch (2), Kroatisch (2), Albanees (1), Deens (1), IJslands (1), Ests (1), Portugees (1) en Russisch (2). Zeventien talen dus, met een zwaartepunt in de drie taalgebieden die alleen al door hun omvang kunnen bogen op een omvangrijke jaarlijkse romanproductie. Opvallend is dat de twee Russische winnaars – Mikhail Shishkin in 2015 (Venushaar, vertaald door Gerard Cruys) en Maxim Osipov in 2022 (De wereld is niet stuk te krijgen, vertaald door Yolanda Bloemen en Seijo Epema) – beiden om politieke redenen uit Rusland emigreerden en zich respectievelijk in Zwitserland en Duitsland vestigden. Rusland maakt geen deel meer uit van de Raad van Europa, maar beide emigrant-auteurs konden zo toch meedingen naar de prijs. Dat de Europese Literatuurprijs behalve een literaire ook een cultuurpolitieke ambitie heeft – het tonen van de rijkdom en diversiteit van Europa als meertalige en multiculturele ruimte – blijkt uit een groot aantal juryrapporten en dankwoorden. Daarin ligt de nadruk doorgaans op de literaire kwaliteiten van de genomineerde romans en hun vertalingen, maar niet zelden spreekt er ook een visie op Europa uit deze teksten. Volgens het eerste juryrapport (2011) weerspiegelde de shortlist ‘de vele gezichten van Europa’. In latere rapporten werd ook gewezen op het vaak troebele verleden van Europa: haar koloniale verleden en stringente immigratiepolitiek. Zo benadrukte juryvoorzitter Christine Otten in 2023 dat Europa worstelt met haar zelfbeeld, onder andere als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Zij stelt: ‘Wie Europa echt in de breedte en diepte wil leren kennen, leze de literatuur uit alle verschillende Europese landen – die is even divers en meerstemmig als stilistisch verrassend. Vertalers openen al die werelden voor ons als lezers. Ze zijn de stille kracht van de literatuur.’ Een visie op Europa spreekt ook uit het eerdergenoemde dankwoord van Max Porter, waarin hij het belang van vertalingen benadrukt door te wijzen op het groeiende isolement van zijn eigen land na de Brexit:

Afgezet tegen al die prachtige verhalen, al die genuanceerde, begripvolle, rijke, diverse en goedgeschreven verhalen over de verbijsterende complexiteit van het menselijk bestaan, van het leven op planeet aarde, klinkt dat make Britain great again volkomen belachelijk. Het is meelijwekkend. Maar het is levensgevaarlijk. Die geraffineerd-onschuldige slogan is gedrenkt in bloed en onrecht. Want onder de groezelige, smakeloos ontworpen verpakking schuilen de oude ideeën, de oude vijanden, de opgeblazen monsters van blanke superioriteit, extreem nationalisme en vrouwenhaat. Niet om te lachen dus. Er is niks grappigs aan.

Gemeten naar bescheiden dotering mag de Europese Literatuurprijs een relatief kleine prijs worden genoemd, die verhoudingsgewijs weinig publiciteit genereert. Het belang van de prijs voor het bewustzijn van een Europese culturele ruimte is daarentegen groot.

Lize de Wit en Mathijs Sanders


Gebruikte literatuur

Nieuwe Europese literatuurprijs, De Groene Amsterdammer, 7 september 2010.

Porter, Max & Saskia van der Lingen, Vertaling is een omhelzing, https://www.letterenfonds.nl/nl/entry/1838/vertaling-is-een-omhelzing.

Sanders, Mathijs “A window onto our continent’ The European Prize for Literature, 2011-2020’ in Literary Prizes and Cultural Transfer. Studies on Cultural Transfer & Transmission 9, Broomans, Petra, Mathijs Sanders and Jeanette den Toonder (red.), Groningen: Barkhuis, 2021, 67-83.

Terug naar overzicht Vertaalprijzen>>>